Naar inhoud

Artikel: “Geen Granen?” – De Kleine Keuze Die Grote Discussies Uitlokt

“Geen Granen?” – De Kleine Keuze Die Grote Discussies Uitlokt

“Geen Granen?” – De Kleine Keuze Die Grote Discussies Uitlokt

Wie besluit granen uit het dieet te schrappen, ontdekt al snel dat niet alleen het eten verandert, maar ook de gesprekken eromheen. Een broodje laten liggen of een wrap vervangen door een salade klinkt simpel, maar het roept vaak allerlei reacties op. Dat is niet vreemd: granen maken al duizenden jaren deel uit van het dagelijks menu en worden in veel culturen gezien als het fundament van een maaltijd. De meeste Nederlanders groeien ermee op. Afwijken van iets dat zo diep verankerd zit in onze eetcultuur voelt voor veel mensen alsof je een basisregel doorbreekt, waardoor nieuwsgierigheid en scepticisme al snel om de hoek komen kijken. De reacties variëren per individu, en voor velen draait de keuze meer om gewoontes dan om theorie.

"Wat is er mis met granen?"

De eerste vraag die mensen meestal stellen, is waarom iemand überhaupt granen zou vermijden. Veel verwachten een medische diagnose, omdat coeliakie de bekendste reden is om brood en pasta te laten staan. Maar er is al een geruime tijd een groeiende groep die simpelweg merkt dat ze zich prettiger voelen zonder graanproducten: minder opgeblazen gevoel, een rustiger spijsvertering of meer stabiliteit in energieniveaus. Het is waar dat granen bepaalde stoffen bevatten die niet iedereen even goed verwerkt. De wetenschap is echter niet eenduidig over de vraag in hoeverre die stoffen schadelijk zijn voor de gemiddelde gezonde persoon.

De praktische kant komt eveneens ter sprake: of het niet ontzettend ingewikkeld is. In werkelijkheid valt dat mee. Het is vooral een kwestie van een nieuwe basis: groenten, eieren, vlees, vis, fruit. Veel restaurants zijn tegenwoordig gewend aan dieetwensen en passen zonder moeite gerechten aan. Wat ooit uitzonderlijk leek, wordt steeds normaler.

Dan is er nog de veelgehoorde opmerking dat alles met mate prima is. Maar “mate” is geen objectieve maatstaf; het is een individuele ervaring. Als iemand zich aantoonbaar prettiger voelt zonder granen, dan is dat geen rigide of dogmatische keuze maar een praktische beslissing. Het gaat minder om jezelf iets ontzeggen en meer om luisteren naar de signalen van je eigen lichaam.

Sommige mensen zullen zeggen dat ze al hun hele leven granen eten zonder problemen. Dat kan absoluut waar zijn. Tegelijkertijd beschouwen veel mensen milde spijsverteringsklachten of energiedips als normaal, simpelweg omdat ze er al jaren aan gewend zijn. Het effect van weglaten wordt daarom pas duidelijk als je het een tijd probeert. Het betekent niet dat iedereen beter af is zonder granen, alleen dat de ervaring per persoon sterk verschilt.

Koolhydraten, vezels, mineralen

Daarmee volgt meteen een andere vraag: of minder of geen granen dan automatisch een koolhydraatarm dieet is. Dat idee ligt voor de hand, want granen leveren veel koolhydraten. Toch hoeft graanvrij eten niet koolhydraatarm te zijn. Wie granen weglaat, kan nog steeds volop koolhydraten binnenkrijgen uit groenten, fruit, aardappelen en peulvruchten. Dit is wezenlijk voor de actieve mens. De motivatie is dan ook zelden koolhydraatbeperking; meestal gaat het om comfort, energie of het vermijden van producten waar iemand minder goed op reageert.

Ook het argument dat granen van oudsher de basis vormen van de bekende voedingspiramides en schijven-van-5 is een bekende. De geschiedenis daarvan is belangrijk om te begrijpen: veel richtlijnen werden opgesteld in een periode waarin tekorten en ondervoeding een groter risico vormden dan overvoeding. Granen waren betaalbaar, goed houdbaar en een betrouwbare bron van calorieën.

Moderne voedingswetenschap kijkt inmiddels breder, flexibeler, en ook individueler. Voor sommige mensen passen graanproducten prima in een gezond eetpatroon; anderen functioneren beter wanneer ze kiezen voor alternatieve basisproducten. Het idee dat er één universeel model bestaat dat voor iedereen optimaal is, wordt steeds minder houdbaar.

Een andere terechte vraag is waar iemand dan vezels vandaan haalt. De veronderstelling dat granen de beste of belangrijkste vezelbron zijn, klopt alleen als je kijkt naar het traditionele Westerse eetpatroon waarin groenten en fruit vaak te weinig aanwezig zijn. Wanneer je die volop eet, samen met noten, zaden en peulvruchten, krijg je moeiteloos voldoende vezels binnen, vaak in vormen die extra gunstig zijn voor de darmflora. Graanvrij eten dwingt mensen soms juist tot meer variatie.

Een vraag die eveneens vaak terugkomt wanneer je granen laat liggen, is waar je dan je mineralen vandaan haalt. Het klinkt logisch: granen worden vaak gepresenteerd als voedzaam en rijk aan belangrijke micronutriënten. Wie een etiket bekijkt, ziet indrukwekkende percentages calcium, magnesium of ijzer. Toch zegt zo’n lijstje maar een deel van het verhaal. Voeding gaat immers niet alleen over wat ergens ín zit, maar vooral over wat je lichaam er daadwerkelijk mee kan doen. Dat onderscheid klinkt subtiel, maar het bepaalt het verschil tussen eten voor de cijfers en eten voor je fysiologie.

Wat minder vaak besproken wordt, is dat granen bepaalde stoffen bevatten die de opname van mineralen bemoeilijken. Een van die stoffen, fytinezuur, komt van nature voor in de buitenste lagen van veel granen. Het is een soort opslagvorm voor fosfor die in de plant een nuttige functie heeft, maar in het menselijk lichaam een onverwachte rol speelt: het bindt zich aan mineralen. Dat betekent dat mineralen die op papier aanwezig zijn — calcium, magnesium, zink, ijzer en enkele andere — minder goed beschikbaar komen voor opname in de darm. De mineralen zitten er dus wél, maar ze zijn op een bepaalde manier “verpakt” in vormen waar ons spijsverteringssysteem niet optimaal mee overweg kan.

Dat zorgt ervoor dat mensen die sterk leunen op granen voor hun voeding soms minder profiteren van de aanwezige micronutriënten dan ze zouden verwachten. Het lichaam werkt met wat het kan opnemen, niet met wat er op een etiket staat. Daardoor ontstaat er de kans op merkwaardige contrasten: een product kan er op papier voedzaam uitzien, terwijl de echte benutting in het lichaam aanzienlijk lager ligt. Het verklaart waarom sommige mensen zich ondanks een voeding die “volgens de cijfers” voldoende is, toch wat futloos of minder vitaal voelen.

Darmwand

Een ander recente inzicht betreft de manier waarop moderne graanproducten invloed hebben op de darmbarrière. De combinatie van glutenachtige eiwitten, bepaalde koolhydraatgebaseerde fermentatieproducten en de ultrafijne maling van moderne bloem lijkt bij gevoelige mensen de doorlaatbaarheid van de darmwand te kunnen verhogen. Niet op dramatische wijze, maar subtiel genoeg om het immuunsysteem vaker aan het werk te zetten. Dat voortdurende “laaggradige” immuunsignaal wordt door sommige onderzoekers gezien als een mogelijke oorzaak van vermoeidheid, lichte ontstekingsklachten of vage pijntjes die moeilijk te plaatsen zijn. Het effect wordt vooral wordt gelinkt aan sterk bewerkte graanproducten: hoe fijner het meel, hoe sneller het verteert en hoe groter de impact op zowel bloedsuiker als darmmilieu. 

Tips voor starters

Als je overstapt op een graanvrij of laag-graan eetpatroon, helpt het om eerst je huidige gewoontes in kaart te brengen: welke maaltijden draaien vooral om brood, pasta of granen? Zo kun je gerichter vervangen. Veel mensen beginnen met kleine wissels, zoals granola ruilen voor een mix van yoghurt met noten, zaden en stukjes appel, of de lunch eens te vervangen door een omelet gevuld met groenten in plaats van een stapel boterhammen.

Orienteer je online voor creatieve recepten. Bij het avondeten werken groente-alternatieven goed: bloemkoolrijst met roerbakgroenten, courgettepasta met pesto en kip, of een stoofpot met zoete aardappel in plaats van rijst. Omdat granen normaal veel vezels leveren, is het zaak om dat op te vangen met bonen, linzen, avocado, koolsoorten of wortelgroenten. Zo blijft je spijsvertering rustig en voel je je langer verzadigd.

Als je merkt dat je snel naar tussendoortjes grijpt, kan het helpen om vooraf te plannen: maak bijvoorbeeld snackdoosjes met wortel, komkommer, noten of een gekookt ei. En als je sport of fysiek werk doet, let dan extra op voldoende complexe koolhydraten uit groente en peulvruchten, zodat je energieniveau stabiel blijft.

Diederik Jansen

Learn More

Read more

Het vlees-en-fruit-dieet: simpel, maar doordacht

Het vlees-en-fruit-dieet: simpel, maar doordacht

Het vlees-en-fruit-dieet klinkt in het begin wat vreemd. Alleen vlees en fruit? Toch blijkt het logischer dan het lijkt. Het combineert de voedzaamheid van dierlijke producten met de frisheid van f...

Meer informatie